Langdurige stress is de basis van chronisch vermoeidheid syndroom (ME/CVS). Het vervolg is: 

1. Het endocrien systeem ontspoort 

Als er steeds maar weer nieuwe vervelende gebeurtenissen blijven komen, is er te weinig tijd om de stresshormonen (adrenaline en cortisol) naar een normaal laag niveau te laten zakken. De stress veroorzakende dingen kunnen gaan van persoonlijke relevante dagelijkse beslommeringen tot slaapstoornissen, operatie, virale infecties (bv mononucleosis infectiosa, corona), een ongeval, negatieve levensgebeurtenissen. Er is nu sprake van chronische, langdurige stress. Het stresssysteem raakt ontspoord! Als dit maar lang genoeg blijft voortduren, is de bodem van de chronische vermoeidheid gelegd.

2. Het gevolg van langdurige stress: verhoogde doorlaatbare slijmvlies barrières.

De eerste lijn van verdediging in een lichaam zijn de slijmvliezen, de mucosa. Deze dunne weefsellagen bedekken de binnenwanden van de lichaamsholten zoals de huid, het maag- en darmkanaal en de luchtwegen. Daar is het direct contact en de uitwisselingen met de buitenwereld In het digestief systeem wordt alle voeding afgebroken en worden de voedingstoffen geabsorbeerd. Dit slijmvlies vormt normaal een barrière tegen vreemde stoffen uit de voeding of de buitenwereld.  De taak van een slijmvlies barrière is simpel: wat goed (voeding b.v.) is mag naar binnen, wat kwaad kan doen aan het lichaam (bacterie, virus, vreemde metabolieten, en andere) moet buiten blijven. Om snel te kunnen ingrijpen wanneer er toch iets abnormaals door de mucosa heen raakt, bevindt 60% van het verdedigingsleger (het immuunsysteem) zich net onder het darmslijmvlies.

In een acute stresssituatie gaan de ‘tight-junctions’ open onder invloed van het hormoon adrenaline om snel water, zout en suikers door te laten. Die zijn nodig om het lichaam te voorzien van de nodige energie. Cortisol sluit de ‘tight-junctions’ weer. In lang aanhoudende stresssituaties doet cortisol zijn werk niet meer en blijven de ‘tight-junctions’ altijd open.
De barrière van het maag-darmslijmvlies kan ook verstoord raken door een aantal externe factoren. De bekendste stoorzenders voor de darmbinnenbekleding zijn: antibiotica gebruik, caseïne (eiwit in melk), koolhydraat- en suikerrijke voeding en gluten. Gluten is een eiwit dat  voorkomt in tarwe, spelt, rogge en gerst. Gluten zit daarom ook in sommige etenswaren. Soms reageert het immuunsysteem hevig op bepaalde andere eiwitten van de gluten, wat resulteert in ontstekingen van het darmslijmvlies. De darm verdraagt gluten niet meer.

Door de disfuncties van de ‘tight-junctions’ dringen lichaamsvreemde stoffen, toxines, vreemde bacteriën, virussen, schimmels, gisten en allerlei zuren het lichaam binnen. Het immuunsysteem van de darm reageert bovenmatig. Ook in de rest van het lichaam wordt het immuunsysteem actief. Het gevolg is dat overmatig veel energie naar de verdediging stroomt, en er onvoldoende energie ingezet kan worden voor het functioneren van andere systemen. Het resultaat is ontstekingen in de darm met nog meer schade aan de darmwand (‘hyperpermeabele darm’ of ‘leaky gut syndrome’).

3Het immuunsysteem: continu in de ‘aan’ stand , nooit meer in de ‘uit’ stand met laaggradige onstekingen in de hersenen en het lichaam.

Bij lang aanhoudende ontstekingen schakelt het lichaam over naar een ‘Laaggradige Ontsteking’(LGI). Dit is een milde ontsteking die nauwelijks in het bloed aantoonbaar is. Bij een laaggradige ontsteking is het immuunsysteem continu, maar onvoldoende geactiveerd. Als het lichaam niet meer in staat is om de normale ontstekingsreactie op tijd te beëindigen, kan een laaggradige immuunreactie veel schade aanrichten. Als de lichaamsbarrières langdurig lek zijn en er dus constant vreemde stoffen in de bloedbaan aanwezig zijn, blijft het immuunsysteem continu geactiveerd via deze LGI. 
Het immuunsysteem heeft een direct effect op de hypothalamus en het autonoom zenuwsysteem. Actieve immuuncellen kunnen door de bloed-hersenbarrière heen en zetten daar hun cytokines vrij. Een reactie op een vreemde substantie is een lokale ontsteking, met een verzwakking van de bloed-hersenbarrière als gevolg. Gelijklopend met een chronische laaggradige ontsteking in de darm wordt dit in de hersenen ook vertaald als een graad van laaggradige ontstekingen (neuroinflammatie). Niet alleen het immuunsysteem geraakt verstoord, maar ook de lymfevaten, die alle schadelijke stoffen moeten laten verdwijnen, geraken in een slechte conditie en kunnen onvoldoende pompen in de goede afvoerrichting met stapeling van afvalstoffen in het lichaam en in het hersenweefsel als gevolg.

4. De vermoeidheid dwingt het lichaam tot alles stop te zetten

De constant aanwezige chronische laaggradige LGI  induceert en onderhoudt ‘vermoeidheid’, omdat er een verstoring ontstaat in de verhouding tussen de beschikbare hoeveelheid energie voor een lichaamscel en de besteding van energie. Onstekingsprocessen verhogen bovendien de nood aan energie van de immuuncellen. De energiefabriekjes van alle cellen van het lichaam, de mitochondriën, schakelen over op de snelle levering van de energie molecule ATP (Adenosine trifosfaat) via de aerobe glycolyse. Dit is echter ook de minst efficiënte vorm van energieproductie, waardoor er tenslotte een nijpend tekort aan energie komt voor een cel. Uiteindelijk levert ook de lever te weinig energie. Dit heeft tot gevolg dat een van de belangrijkste functies van de lever, het ontgiften van het lichaam, onvoldoende kan werken.