Voeding dieet en voedingssupplementen

4.1  Aanpassen van voeding en voedingspatroon.

ME/CVS kan verbeteren door het aanpassen van het voedingspatroon. Het is echter niet duidelijk wat goed werkt voor iedereen. Sommige voedingsstoffen kunnen soms de klachten verergeren. Maar veranderen en zoeken is alvast een begin. Vooral: eet gezond (groenten en fruit) , eet op regelmatige tijdstippen en eet met genoeg variatie. Ook advies bij leefstijlconsulent of dietiste kan helpen.

Enige basisregels:

- Omdat laaggradige onstekingen in het lichaam en het brein een rol spelen in het onderhouden van vermoeidheidsklachten, is het belangrijk om in te zetten op een beperking van ontstekingsbevorderende voeding zoals suiker, gefrituurde dingen en bewerkte vleeswaren. Ontstekingsremmende voeding is vis en olijfolie.
- Drink voldoende water. Uitdroging verergert de vermoeidheid. Probeer toch 2L per dag te drinken
- Houd een voedingsdagboek bij. Zo is het gemakkelijk om bij te houden welke voeding klachten verbeteren of erger maken, en bij welke voeding of bij welke recepten er een boost is van energie. Ontdek de patronen!
- Gooi niet direct alles overboord. Er is geen bewijs dat een strikt eliminatiedieet direct de vermoeidheid kan verbeteren. Een aantal voedingsstoffen zijn essentieel. Overleg met de arts of diëtiste indien nodig.
- Experimenteer met de aanpassing van je voedingspatroon. Wat voor de ene werkt, kan voor de andere geen effect hebben. Begin met kleine veranderingen zoals iets meer groenten bij het avondeten in plaats van aardappelen. Doe het een maand en kijk of het bevalt. Plan je maaltijden op regelmatige tijdstippen.
- Beperk koffie en liefst geen alcohol.
- Let op suiker. Het lichaam krijgt een boost van suiker, maar de dip een half uur na de extra suiker is groot.
- Eet meer groenten van verschillende kleuren. Rode groenten zitten vol met phytonutrienten en die zijn ontstekingsremmend; gele groenten bevatten vitamine A, C en B6.
- Vermijd de bewerkte vleeswaren.
- Eet gezonde (onverzadigde) vetten, maar niet te veel omega-6 vetzuren, want die zijn juist ontstekingsbevorderend. Die omega-6 rijke voeding vind je in gefrituurd voedsel, hamburgers, hotdogs, chips, pinda’s en margarine. Goede omega-3 vetzuren (EPA+ DHA) zijn te vinden in lijnzaad, chiazaad en hennepzaad, ook in noten (pistache, walnoten) en in vis zoals makreel, haring en zalm. EPA en DHA dragen bij aan het herstel van de wanden van een cel.

De drie basisdiëten die een aanvullende hulp kunnen bieden zijn:

  • - Paleo dieet
  • - Ketogeen /koolhydratenarm dieet
  • - Mediterrane dieet

Bij het ketogeen dieet worden alle koolhydraten zoveel mogelijk vermeden; denk aan granen, peulvruchten, zoete dranken. De zoete voedingsmiddelen zoals honing, agave en gedroogd fruit en vers fruit (uitzondering blauwe bessen en frambozen) eet je niet bij een koolhydraatarm dieet. De zetmeelrijke groentes zoals zoete aardappel, bakbanaan en pompoen eet je ook niet. Rijst en mais horen er eveneens niet bij. Wat eet je wel? Je eet voornamelijk (ongepaneerde) vis, onbewerkt vlees, tofu en tempeh, kaas, eieren, de meeste groenten, en vet zoals (olijf)olie en roomboter. Yoghurt, kwark, hüttenkäse en ricotta met mate. Het dieet staat slechts 10 tot 20% koolhydraten toe. Netto wil zeggen dat vezels en andere soorten koolhydraten die het lichaam niet als ‘suiker’ binnenkomen niet meetellen. Vezelrijke groenten zijn technisch gezien koolhydraten, maar dienen vooral als voeding voor onze darmbacteriën. De anaërobe bacteriën in onze darm fermenteren deze vezels en zetten ze om in korte keten vetzuren. Ketogene groenten zijn donkere, bladrijke groenten die meestal boven de grond groeien (bleekselderij, raapstelen, paksoi, bloemkool en ander kolen, broccoli, spruiten, champignons).

Bij het paleodieet is de basis dezelfde als het ketogeen dieet, maar naast vlees, vis, noten en zaden zijn vrijwel alle fruit (niet te veel) en groenten wel toegestaan. Onbewerkte vetten zoals olijfolie, kokosolie en roomboter passen ook in het dieet. In het paleodieet eet je geen aardappels, paprika en tomaat, granen en brood, sojaproducten, toegevoegde suikers en vruchtensap, peulvruchten en pinda’s, melk en margarine. Liever geen zuivel, want lactose is voor een darm soms moeilijk te verdragen. Granen en peulvruchten bevatten lectines, gluten en fytinen die voor darmschade kunnen zorgen. Vet vlees en bewerkte producten kunnen ontstekingen veroorzaken. Omdat groenten en fruit niet zo veel calorieën bevatten moet er bij vrijwel elke maaltijd een dierlijk product (vlees, vis, ei) en/of noten extra, met aandacht voor genoeg groenten.

De basis van elke maaltijd van het mediterrane dieet zijn plantaardige voedingsmiddelen. Kies voor gekookte of rauwe groenten, verwerkt in salades of bij een maaltijd. Eet genoeg fruit. Haal koolhydraten uit peulvruchten zoals linzen, kikkererwten en bonen. Rijst en deegwaren kunnen ook als bron van koolhydraten. Eet regelmatig noten en zaden. Gebruik olijfolie als belangrijkste bron van vetten. Vis en gevogelte zijn goede eiwitbronnen; beperk gebruik van rood vlees en bewerkt vlees. Neem vooral tijd om te eten, eet langzaam en het liefst in een gezellige, rustige sfeer. De 10 principes vind je lees je hier.

4.2  Het gebruik van voedingssupplementen.

Naast het aanpassen van de voeding wordt in de Rodrigus methodiek ook gebruik gemaakt van voedingsupplementen om de nodige reserves weer aan te vullen. Voedingssupplementen zijn producten in de vorm van pillen, poeders, druppels, capsules of drankjes en bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voeding. Ze bevatten vitamines, mineralen of bioactieve stoffen, zowel apart, zoals in een vitamine C pil, of als combinatie, zoals in een multivitaminepil.
Deze synthetische stoffen hebben dezelfde werking als de vitamines en mineralen die van nature in eten en drinken zitten. Wel neemt het lichaam de voedingsstoffen in pillen gemakkelijker op dan de voedingsstoffen in eten.
Voedingsuplementen kunnen ingezte worden om te helpen de stress- reacties te verminderen, zoals Vitamine C en B, GABA en magnesium; ze worden gebruikt om de energieproducenten van elke cel, de mitochondriën, weer optimaal te laten functioneren, zoals Q10, PPQ en D-Ribose; om de laaggradige onstekingen te remmenen het darmslijmvlies te herstellen. Hier worden L-glutamine, probiotica en omega 3 vetzuren ingezet.